Het bonte gezelschap dat deze woensdagmiddag in de tuin werkt, doet de droom van John Lennon voor even niet zo gek lijken. Zo zijn er de ouders van Roxanna, de ‘geloveloze’ Rico en Jolanda. Niet zo van de kerk, maar wel van het ´gewoon mekaar helpen´. De gevluchte Afghaanse Omid, die zich als moslim tot christen bekeerde en zich vandaag over de compost ontfermt. Nora, die uit huis is gezet en gewoon even onder een boom op adem komt. En Irina, vrijwilliger bij de Voedselbank en op zoek naar werk.
Op de wekelijkse tuinmiddag in de Marcustuin werken en leven deze mensen uit alle hoeken van de samenleving voor even samen. De onderwerpen die tussendoor over tafel gaan zijn al even bont als het gezelschap. Van de gevreesde gang naar de diëtiste, schulden en gesprekken bij de IND tot het voordeel van LAT-relaties en het zelf maken van pizzadeeg. “Alles zit hier bij elkaar, komt en doet met mekaar, ongeacht geloof of afkomst,” zegt Jolanda Caffa. “Je voelt je hier altijd welkom.”
Toekomstbestendige kerk
Dit, deze tuinmiddag en dit gezelschap, is een van de voorlopige antwoorden op de vraag: wat is kerk zijn in het Haagse Moerwijk? Een vraag die voor dominee Bettelies Westerbeek (33) als pionier voor de Protestantse Kerk Nederland (PKN) al ruim drie jaar centraal staat. Aan haar de taak om een nieuwe geloofsgemeenschap op te richten die past bij Moerwijk en nieuwe mensen weet te betrekken bij de kerk. De antwoorden zijn met nadruk voorlopig. Westerbeek: “Pionieren is constant zoeken.”
De pioniersplek van Westerbeek – Geloven in Moerwijk, voorheen MarcusConnect – is een van de inmiddels bijna honderd pioniersplekken van de Protestantse Kerk. In reactie op de aanhoudende krimp van de bestaande kerk startte de PKN ruim acht jaar geleden met de eerste initiatieven om op zoek te gaan naar nieuwe, toekomstbestendige vormen van kerk-zijn. Als de bestaande kerk bij steeds minder mensen aansluit, moeten we op zoek naar vormen die wel aansluiten, is de gedachte erachter.
Daarin zijn de pioniers verkenners voor de gehele kerk. Westerbeek: “Pionieren gaat over ons bestaansrecht. Geloven is niet meer vanzelfsprekend. Wat gaat er verloren als de kerk er niet meer is?” Of andersom: wat blijft er over als de gebouwen en structuren verdwijnen? “Onze ervaringen zijn ook verhalen van hoop voor bestaande kerken. Misschien moet je gebouw dicht. Maar Christus is nog steeds aanwezig in jou en je gemeenschap. De pioniersplekken laten zien dat je nog steeds bij elkaar kunt komen en kerk zijn.”
Volgens een recente evaluatie van de PKN zijn er nu ruim tienduizend mensen betrokken bij een pioniersplek, waarvan zo’n 2500 actief. Met de pioniersplekken wil de PKN ook rand- en buitenkerkelijke mensen bereiken. Dat lijkt te lukken: ongeveer de helft van de betrokkenen was niet recent bij een kerk actief. De initiatieven variëren aanzienlijk, van een bijbelcafé tot stilteklooster, van een tienerplek tot omgebouwde SRV-wagen. Westerbeek: “Als pioniers zoeken wij altijd naar contextualisatie van de geloofsgemeenschap. Wat gebeurt er in je omgeving en hoe kan je daar als kerk bij aansluiten?”
Luxe voor de buurt
Het eerste dat Westerbeek dan ook deed als pionier was naar Moerwijk verhuizen en luisteren. “Veel koffie drinken en naar buurtfeestjes gaan.” Wat ze leerde: Moerwijk is een buurt met veel armoede en sociale problemen. Schulden, gezondheidsproblemen, vechtscheidingen, slechte huisvesting. Een wijk met veel verschillende culturen en geloven, een hoge doorstroming. Een plek waar mensen zich vergeten voelen.
“Ik merkte veel cynisme over plannen die worden aangekondigd, maar waar vaak niet veel van terecht komt. Zo moet ik het dus niet gaan doen, dacht ik. Met grootse verhalen komen, zonder te weten of ik die kan waarmaken.” Zo ontstond het idee om met de tuin te beginnen. “Ik wilde iets doen wat lange adem nodig heeft, en zichtbaar en concreet is.” De groenstrook was een onveilig stukje Moerwijk. “Er werd gedeald, mensen vluchtten via deze strook voor de politie.”
Na een flinke opknapbeurt is de tuin nu een “beetje luxe voor mensen in de buurt”, zegt de Surinaamse Radjesh Autar, die vanaf het begin betrokken is bij de Marcustuin en er tegenover woont. Hij werkt als postbode en zit in zijn vrije tijd in verschillende ordegroepen in de buurt. Vanaf zijn balkonnetje houdt hij ook de Marcustuin in de gaten. “De tuin geeft mensen de mogelijkheid bezig te zijn en met elkaar te zijn. En groenten.”
Met elkaar bezig zijn is in Moerwijk geen vanzelfsprekendheid, zegt Autar. Hij woont er al zeventien jaar. “De buurt is, hoe moet ik het zeggen… gebroken. Vroeger bemoeiden mensen zich met elkaar, nu praten ze alleen maar over elkaar. “Terwijl er juist zo veel aan de hand is”, zegt Westerbeek. “Dan heb je elkaar eigenlijk hard nodig.”
Kerk zijn in deze buurt moet daarom gaan om leven in gemeenschap. Geloven in Moerwijk wil een huis-tuin-en keukenkerk zijn. Letterlijk – met de tuin, huiskamer en keuken waar iedereen kan binnen lopen. En figuurlijk – door aan te sluiten bij het dagelijks leven van mensen en de problemen die ze daarin tegen komen.
Voor elkaar zorgen
Naast de tuinmiddag is er inmiddels één keer in de maand een pizza-avond, een bijbelklas waar veel immigranten naar toe komen en een groep die wekelijks samen eet en over geloof praat. Ook zijn er sinds kort vieringen op zondagmiddag en oefent een groepje voor een zelf geschreven toneelstuk.
“Leven is meer dan alleen zijn en met je eigen dingen bezig zijn,” zegt de Afghaanse 23-jarige Omid. Hij komt elke week tuinieren en neemt deel aan de bijbelklas. “Ik wil als een christen leven. Hoe kan ik iets betekenen voor de mensen om mij heen? In de tuin leer ik mensen kennen en kunnen we voor elkaar zorgen.” Zo brengt hij nu elke week boodschappen langs bij een Afghaanse buurvrouw die hij via Geloven in Moerwijk kent.
Lang niet iedereen die betrokken is, is gelovig. Neem Rico Roosen en Jolanda Caffa, die via iemand van de korfbalvereniging betrokken raakten. Roossen: “Ze zochten een herder voor het kerststuk. En als ze je vragen, en je kan, dan doe je het.” Van herder ging het naar pizzabakker, vrijwilliger bij de voedselbank en verantwoordelijke voor ‘het biljartlaken’ (het grasveldje in de Marcustuin). Nu speelt hij maffiabaas in het toneelstuk en heeft hij een eigen moestuin.
“Als ik vrienden vertel dat ik een moestuin heb bij de Marcuskerk, zeggen ze ‘o, ben je gelovig geworden?’ Denken ze gelijk dat je met de Bijbel uit je tas komt,” zegt hij, terwijl hij zijn tomaatjes oogst. Dat is hij dus niet. Waarom hij dan komt? “Ik ben graag onder de mensen.” Ook zijn vriendin Caffa gelooft niet. “Ja, in het leven, en zoals het komt. Elke dag weer een verrassing.” En sommigen hebben een ander geloof, zoals de hindoeïstische Autar.
Het is een spannend onderdeel van de pioniersplek, vindt Westerbeek. “Je hoeft geen christen te zijn om deel van de gemeenschap te zijn. Er is meer dat ons bindt dan geloof, namelijk de zorg voor de buurt en elkaar. Juist hier is het een getuigenis om met al die religies en culturen bij elkaar te komen.”
Maar niet iedereen voelt zich daar bij thuis. Zo was er een keer een gevluchte christelijke vrouw, die niet samen met moslims wilde werken. Westerbeek: “Dat kan, maar wij kunnen niet die weg op. Dit is Moerwijk. Je hebt hier allerlei geïmporteerde conflicten, maar we moeten proberen hier samen met elkaar op weg te gaan.”
Het goede midden vinden is niet altijd makkelijk. “We moeten ons steeds afvragen: lukt het ons ook echt open te zijn. Of vinden we het niet tóch leuker als iemand christen wordt. Aan de andere kant willen we wel duidelijk blijven in wie we zijn en waar we voor staan. We zijn een kerk, geen buurthuis.”
Gebaat bij diversiteit
Op de vraag of dit nu de toekomst van de kerk is, is Westerbeek duidelijk. “Het is onderdeel van de toekomst. De kerk is gebaat bij diversiteit. Oude kerkvormen met bestaande rituelen en zichtbare kerkgebouwen hebben ook veel waarde. Maar kleine gemeenschappen waarin mensen hun leven en geloof met elkaar delen zijn ook belangrijk.”
Haarzelf heeft dit delen in leven en geloof de afgelopen jaar al veel gebracht. “Ik ben geloviger geworden. Ik zie God meer aan het werk. Ik kom mensen tegen die hier een keertje langs lopen en met zoveel vragen bezig zijn en dan hier even hun plek vinden. En ik realiseer me beter dat kerk-zijn ook heel praktisch is. Gewoon dingen met elkaar doen, samen iets opbouwen en zorg dragen voor je omgeving.”
Een nieuwe gemeenschap
Een van de grote uitdagingen voor de pioniersplekken is het vormen van een duurzame gemeenschap. Inmiddels zijn er bij Geloven in Moerwijk zo’n veertig mensen betrokken, met daarbinnen een vaste kern van twaalf. Predikant Bettelies Westerbeek: “Moerwijk is een arme wijk, dus uiteindelijk moet het een gemeenschap zijn die alles grotendeels zelf doet en draagt, met nog maar een kleine rol voor een betaalde kracht.” De komende jaren moet die overgang vorm krijgen.
Een van de mensen die daar bij gaat helpen als deel van de vaste kern is Annelies Hommens-van de Steeg (36). Zij staat op het moment van schrijven op het punt met haar man te verhuizen naar Moerwijk om deel te kunnen zijn van Geloven in Moerwijk. “We willen ons meer verbinden aan een gemeenschap en iets doen waarmee we ons geloof handen en voeten kunnen geven.”
Geloof speelt in haar werk al een grote rol. De theologe werkt als geestelijk verzorger in de ouderenzorg. “Maar dat is in een professionele rol. Als onderdeel van Geloven in Moerwijk is het meer op het niveau van zijn. Den Haag is heel seculier. Als ik zelf wil blijven geloven, heb ik anderen nodig om mij te inspireren en boven mijn twijfels uit te tillen.”
Voor Hommens-van de Steeg is geloven vooral een relatie. “Het gaat niet allereerst om het aannemen van een waarheid, maar om de relatie met God. En voor mij krijgt die vooral vorm in relatie met anderen. De maatschappij heeft kleine gemeenschappen nodig die uitnodigend zijn, dat is ook een taak voor de kerk. Hopelijk kunnen we een gemeenschap bieden waar mensen zich bij aan kunnen sluiten en iets positiefs uit kunnen halen.”
Bron: Volzin
Over Geloven in Moerwijk
Geloven in Moerwijk is een jonge huis-tuin-en-keuken kerk in Moerwijk. Wij willen kerkzijn op een creatieve en praktische manier die past bij onze buurt en die aansprekend is voor mensen zonder christelijke achtergrond. Dit doen we onder andere door onze buurttuin, veel samen eten, praten en lachen, op zo’n manier dat mensen uit verschillende culturen zich thuis voelen.